Contact

Toen IRISnet zijn datacenter moest verhuizen, greep de Brusselse netwerkoperator het project aan om tegelijk zijn IT-infrastructuur te renoveren en te optimaliseren. Het doel? De klanten een betere service bieden. Het hele traject vond plaats binnen een bijzonder strak tijdschema.

Laurent Vandenhole, projectmanager Move Datacenter

Wat waren de redenen voor de verhuizing ?

Een van onze twee datacenters bevond zich in ons hoofdgebouw. Dat moesten we verlaten, omdat het huurcontract eind 2024 zou aflopen.

We delen het datacenter met onze partner Paradigm [het voormalige Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest, nvdr], die de IT-infrastructuur van diverse Brusselse instellingen beheert, zoals vzw’s, OCMW‘s en gemeentebesturen.

We hebben verschillende scenario’s overwogen om onze netwerk- en service-infrastructuur te hosten, met name het delen van het nieuwe datacenter met Paradigm en de hosting van ons datacenter in het nieuwe gebouw van onze administratieve hoofdzetel, dat we begin 2025 in gebruik nemen. Maar de scenario’s waren niet haalbaar omwille van de timing en technische complexiteit.

We hebben de verschillende opties bestudeerd: een klassieke hostingprovider, een gebruiksklaar datacenter of een samenwerking met onze partner Orange [voor 28% aandeelhouder van IRISnet, samen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (54%) en Paradigm (18%), nvdr]. We hebben gekozen voor een bestaand datacenter, dat bovendien een groot Point of Presence biedt, wat interconnecties met de belangrijkste telecomoperatoren op de markt impliceert.

Hoe is de verhuizing verlopen?

Vóór de fysieke verhuizing hebben we veel voorbereidend werk verricht. Hoewel de infrastructuur al in het nieuwe datacenter operationeel was, hebben we de verhuizing aangewend om de bestaande infrastructuur veiliger te maken, zowel vanuit elektrisch oogpunt (met twee UPS’en voor ononderbroken stroomvoorziening) als op het vlak van airconditioning (met een koelsysteem van de nieuwste generatie). Ik benadruk hierbij dat energie-efficiëntie tot onze prioriteiten behoorde, met een verwacht vermogen van 60 kVA en een mogelijke capaciteit van 80 kVA.

De toegangsbeveiliging is een ander element dat we hebben verbeterd en versterkt. We hebben de toegang via badges gewijzigd en de racks veiliger gemaakt. Belangrijke opmerking: we slaan bijzonder gevoelige gegevens op, zoals politiegegevens en video’s van het crisiscentrum.

Wat waren de grootste uitdagingen?

Naast de technische en technologische aspecten van de modernisering en rationalisering van de infrastructuur, was de doorlooptijd een van de grootste uitdagingen van het project. Vijf maanden om zo’n verhuizing af te ronden, is echt wel een stevige uitdaging, aangezien we de hele architectuur hebben herzien. De andere grote uitdaging was de continuïteit van de service tijdens de verhuizing. Daarom hebben we de redundantie van bepaalde services verbeterd (zoals de telefonie-, video- en toegangsnetwerken), door voor bepaalde services over te stappen van een dedicated infrastructuur naar een gevirtualiseerde infrastructuur op onze twee sites: de site van de ULB en het tweede datacenter dat gehost wordt door Sibelga, de beheerder van het distributienetwerk voor gas en elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

We hebben de verhuizing bovendien aangewend om onze fysieke inventaris te consolideren en om de bekabeling en organisatie van de verschillende apparaten in de racks te optimaliseren. Ter voorbereiding op de verhuizing hebben we liefst 350 fiber- en patchkabels voorzien om de overdracht van de apparaten te vereenvoudigen. We hebben de netwerkinfrastructuur geoptimaliseerd, waardoor we voortaan 100 Gbit/s bandbreedte op ons backbonenetwerk kunnen aanbieden. Verder hebben we 70 verouderde apparaten geïdentificeerd en verwijderd, in het kader van de volledige vernieuwing en virtualisatie van onze infrastructuur.

Tot slot hebben we de overname van de ISP-service die voordien door Paradigm werd geëxploiteerd, ook in het project opgenomen. Met andere woorden: we beheren nu de technische infrastructuur voor de volledige internettoegang van onze klanten.

Zijn er andere evoluties voorzien?

We beschikken nu over 12 racks waarvan ongeveer 70% van de capaciteit is benut. Aangezien we een netwerkoperator zijn, moeten we onze infrastructuur end-to-end beheersen. Voortaan willen we de services die we op onze eigen infrastructuur aanbieden, verder virtualiseren. Nu beheren we zelf ons eigen datacenter. En dankzij ons partnerschap met Metaline, dat ons met zijn procedures en tools geholpen heeft bij de voorbereiding van het project en de verhuizing, zullen we het beheer van ons datacenter intensiveren en - waarom niet - nieuwe services aanbieden. Bepaalde operationele aspecten moeten we opnieuw analyseren (bijvoorbeeld de aanpassing van onze processen), terwijl we bepaalde bestaande contracten moeten herzien (bijvoorbeeld het operationele beheer van het brandpreventiesysteem).   

Dit project is dus nog niet afgerond, ook al beschikken we nu over een redundant, beveiligd datacenter met een optimaal serviceniveau.  

Om astronaut Neil Armstrong te citeren, beschrijft Laurent Bouty, CTO van IRISnet, het als “een grote stap voorwaarts voor onze infrastructuur. Dankzij de zorgvuldige en toegewijde voorbereiding van onze teams zijn de meeste van onze services operationeel gebleven. Voortaan is onze infrastructuur nog krachtiger en veiliger. Ik wil onze teams van harte bedanken voor hun werk – en onze klanten voor hun vertrouwen.”